Statenvertaling
Voorts zeide de koning tot den priester Zadok: Zijt gij niet een ziener? Keer weder in de stad met vrede; ook ulieder beide zonen, Ahimáäz, uw zoon, en Jónathan, Abjathars zoon, met u.
Herziene Statenvertaling*
Verder zei de koning tegen de priester Zadok: Bent u niet een ziener? Keer in vrede terug naar de stad, en de zonen van u beiden met u: uw zoon Ahimaäz en Jonathan, de zoon van Abjathar.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Ook zeide de koning tot de priester Sadok: Gij zijt immers een ziener? Keer in vrede naar de stad terug, met uw zoon Achimaas, en Jonatan, de zoon van Abjatar, uw beider zonen, met u.
King James Version + Strongnumbers
The king H4428 said H559 also unto H413 Zadok H6659 the priest, H3548 Art not thou H859 a seer? H7200 return H7725 into the city H5892 in peace, H7965 and your two H8147 sons H1121 with H854 you, Ahimaaz H290 thy son, H1121 and Jonathan H3083 the son H1121 of Abiathar. H54
Updated King James Version
The king said also unto Zadok the priest, Are not you a seer? return into the city in peace, and your two sons with you, Ahimaaz your son, and Jonathan the son of Abiathar.
Gerelateerde verzen
2 Samuël 24:11 | 2 Samuël 15:34 | 2 Samuël 17:17 | 2 Samuël 15:36 | 1 Kronieken 25:5 | 1 Samuël 9:9